Opmaat BV11: verschil tussen versies
| Regel 26: | Regel 26: | ||
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> | ||
<h4>'''Fysieke activiteit passend bij het onderwerp'''</h4> | <h4>'''Fysieke activiteit passend bij het onderwerp'''</h4> | ||
| − | <h5>Duur: ± | + | <h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5> |
<h5>De docent maakt een keuze tussen de oefeningen '''''Ken je grens 1 of 2'''''</h5> | <h5>De docent maakt een keuze tussen de oefeningen '''''Ken je grens 1 of 2'''''</h5> | ||
<div class="mw-collapsible-content"> | <div class="mw-collapsible-content"> | ||
| Regel 32: | Regel 32: | ||
<h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5> | <h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5> | ||
De docent doet deze oefening voor met een deelnemer. Zij gaan tegen over elkaar zitten en de deelnemer raakt de docent aan op het gezicht of het hoofd. De docent geeft door middel van een duimgebaar aan hoe de aanraking ervaren wordt. De drie duimgebaren zijn: duim omhoog = fijn, duim naar beneden = niet fijn en duim horizontaal = ertussenin. | De docent doet deze oefening voor met een deelnemer. Zij gaan tegen over elkaar zitten en de deelnemer raakt de docent aan op het gezicht of het hoofd. De docent geeft door middel van een duimgebaar aan hoe de aanraking ervaren wordt. De drie duimgebaren zijn: duim omhoog = fijn, duim naar beneden = niet fijn en duim horizontaal = ertussenin. | ||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
<br> | <br> | ||
<br> | <br> | ||
| Regel 40: | Regel 37: | ||
<h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5> | <h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5> | ||
De deelnemers worden in tweetallen (nummers een en nummers twee) ingedeeld en gaan in twee rijen, met een zo groot mogelijke afstand ertussen, tegenover elkaar staan. De nummers twee blijven staan terwijl de nummers een langzaam op hen aflopen totdat ze vlak voor hen staan en de neuzen van de schoenen elkaar raken. Nummers twee moeten het toestaan. Daarna komen de nummers een terug op hun plek. Dan lopen ze opnieuw op de nummers twee af, maar nu mogen de nummers twee aangeven wanneer de nummers een moeten blijven staan. Dit geven ze aan met een handgebaar: stopteken. Terwijl de deelnemers deze oefening doen begeleidt de docent hen door te zeggen: ‘Let op je lichaam en hoe je je voelt.’ Daarna wordt er gewisseld en lopen de nummers twee op de nummers een af. | De deelnemers worden in tweetallen (nummers een en nummers twee) ingedeeld en gaan in twee rijen, met een zo groot mogelijke afstand ertussen, tegenover elkaar staan. De nummers twee blijven staan terwijl de nummers een langzaam op hen aflopen totdat ze vlak voor hen staan en de neuzen van de schoenen elkaar raken. Nummers twee moeten het toestaan. Daarna komen de nummers een terug op hun plek. Dan lopen ze opnieuw op de nummers twee af, maar nu mogen de nummers twee aangeven wanneer de nummers een moeten blijven staan. Dit geven ze aan met een handgebaar: stopteken. Terwijl de deelnemers deze oefening doen begeleidt de docent hen door te zeggen: ‘Let op je lichaam en hoe je je voelt.’ Daarna wordt er gewisseld en lopen de nummers twee op de nummers een af. | ||
| + | <br> | ||
| + | <br> | ||
| + | ''Effect van beide activiteiten: ervaren van je niveau van vertrouwen, voelen en inleven; het gezicht en fysieke ruimte zijn een kwetsbaar onderdeel van de mens en daarmee kun je goed je fysieke grenzen ervaren.'' | ||
</div> | </div> | ||
</div> | </div> | ||
Versie van 22 feb 2021 13:03
11 Grenzen
Opmaat
Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep
De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.
Energieke oefening of Spel
Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Test je kracht
De docent en de deelnemers staan in de kring. De docent doet de bewegingen voor en de deelnemers doen hem na. De docent tikt op zijn linker- en rechterschouder, armen, rug, billen, benen, hoofd en gezicht. De docent trekt aan zijn eigen haar. Tijdens deze oefening legt de docent uit dat deze massage prettig kan zijn voor het lichaam. De deelnemers gaan zelf inschatten welke spierkracht zij willen gebruiken.
Effect van de oefening: kracht leren kennen, leren wat je fijn of niet zo fijn vindt en plezier.
Fysieke activiteit passend bij het onderwerp
Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
De docent maakt een keuze tussen de oefeningen Ken je grens 1 of 2
Ken je grens 1
Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
De docent doet deze oefening voor met een deelnemer. Zij gaan tegen over elkaar zitten en de deelnemer raakt de docent aan op het gezicht of het hoofd. De docent geeft door middel van een duimgebaar aan hoe de aanraking ervaren wordt. De drie duimgebaren zijn: duim omhoog = fijn, duim naar beneden = niet fijn en duim horizontaal = ertussenin.
Ken je grens 2
Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
De deelnemers worden in tweetallen (nummers een en nummers twee) ingedeeld en gaan in twee rijen, met een zo groot mogelijke afstand ertussen, tegenover elkaar staan. De nummers twee blijven staan terwijl de nummers een langzaam op hen aflopen totdat ze vlak voor hen staan en de neuzen van de schoenen elkaar raken. Nummers twee moeten het toestaan. Daarna komen de nummers een terug op hun plek. Dan lopen ze opnieuw op de nummers twee af, maar nu mogen de nummers twee aangeven wanneer de nummers een moeten blijven staan. Dit geven ze aan met een handgebaar: stopteken. Terwijl de deelnemers deze oefening doen begeleidt de docent hen door te zeggen: ‘Let op je lichaam en hoe je je voelt.’ Daarna wordt er gewisseld en lopen de nummers twee op de nummers een af.
Effect van beide activiteiten: ervaren van je niveau van vertrouwen, voelen en inleven; het gezicht en fysieke ruimte zijn een kwetsbaar onderdeel van de mens en daarmee kun je goed je fysieke grenzen ervaren.