Proef op de som T

naarnaarnaarnaarnaarnaarTransitie leskeuze.jpeg

Proef op de som


De begeleider moedigt de deelnemers aan om zichzelf een aantal vragen te stellen, bijvoorbeeld:

  • Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?
  • Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?
  • Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking en hebben anderen tot hun beschikking?
  • Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?


De begeleider houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie. Mocht het nodig zijn kan de begeleider het proces altijd tussentijds aandacht geven.