Pubers VO


naar les pubersnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarDrieluik Pubers 1.1.jpeg

Vragen stellen en ordenen

Les: Waar je depressieve pubers probeert te genezen


De docent maakt eerst tweetallen. De docent kan bij het maken van de duo’s ervoor kiezen de niveaus te mengen. Houd er wel rekening mee dat de verschillen in gesprekniveaus overbrugbaar moeten zijn. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau – mits niet te uiteenlopend – een mooie oefening in sociale vaardigheden.

Kennis activeren door vragen te stellen

Duur: 10 à 15 minuten – Tweetallen en hele groep

De deelnemers moeten in hun tweetallen vragen formuleren over de tekst die ze hebben gelezen: activeringsvragen. Iedere vraag is valide. Elk duo formuleert twee vragen en schrijft ze op twee losse kaartjes. Ook sturen de deelnemers hun vragen in via hun telefoon of tablet, zodat ze op het Digibord verschijnen. Alle vragen worden verzameld in een ‘hoge hoed’, waaruit de deelnemers willekeurig een kaartje trekken. Zo krijgt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal overleggen over de antwoorden.

De docent brengt de vragen onder in een schema en kan hier ook andere vragen aan toevoegen die hij/zij wil behandelen. In eerste instantie kiest de docent het schema, bijvoorbeeld een woordspin. Later kunnen ook de deelnemers zelf een schema kiezen in overleg met de docent.

Uit de vragen blijkt hoe de deelnemers de tekst gelezen hebben: Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en wat is nog onduidelijk?

Het ordenen van kennis

Duur: ± 15 tot 20 minuten minuten - Tweetallen en hele groep

Nadat de deelnemers de tijd hebben gehad om de antwoorden op de gekregen vragen te formuleren, worden deze klassikaal besproken. Ieder tweetal presenteert zijn antwoorden. Uit ieder antwoord worden de aspecten gehaald die aansluiten bij de onderdelen die de docent wil behandelen. Het ordenen van de type vragen geeft de deelnemers inzicht in de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen: zowel biografische, historische als maatschappelijke kennis, stijl, tijd en de psychologie van de personages. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, een kleurcode.

Op deze manier wordt de gelezen tekst besproken. Daarnaast komen de onderdelen waar de docent de focus op wil leggen aan bod.

Voorbereiden
  • Deelnemers worden opgedeeld in teams;
  • Groot wit vel/ whiteboard;
  • Markers in verschillende kleuren.


Motivatie

Het is een bewuste keuze om de deelnemers zoveel mogelijk te laten oefenen met vragen stellen. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf of anderen vragen te stellen en door op zoek te gaan naar antwoorden. Kennis en ervaring zorgen voor inzicht in de thema’s waar de vragen over gaan. De deelnemers ontwikkelen zich door meer te willen weten en groeien door hun kennis te vergroten.

Extra

Duur: 10 à 15 minuten

De rubrieken die de docent ter ordening kiest, bepalen welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman De Mensheid zij geprezen gelezen of misschien Troost van de slapstick. Vanuit het aspect ‘oude ziel’ kunnen de deelnemers nagaan of er een verband is met de tekst van het boek. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden en/of dat er juist ook overeenkomstige punten zijn.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer heeft een A6-je (zonder lijntjes);
  • Voor iedere deelnemer is er een zwarte pen.

Huiswerk

De docent biedt de deelnemers extra informatie aan over het essay of betoog of laat hen dit opzoeken – de werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers. Ter verdieping kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.

  • Soms is het goed te starten bij het focusaspect alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een essay;
  • De docent kan ook de deelnemers vragen om een betoog in de gelezen roman uit te zoeken;
  • Als moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen tekst een invalshoek te vinden die aansluit bij de column en de eigen ervaring.