Verdiepen AV

Versie door Marianne (overleg | bijdragen) op 27 nov 2019 om 18:27 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<h4>Interview met je eigen hoofdpersoon (Duur ±30 Minuten)</h4> De deelnemers gaan uit van de eigen ervaring waarmee deze les is gestart. De ervaring over een keer...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Interview met je eigen hoofdpersoon (Duur ±30 Minuten)

De deelnemers gaan uit van de eigen ervaring waarmee deze les is gestart. De ervaring over een keer dat ze verrast werrden door hun eigen lichaam of dat ze betrokken waren bij een situatie waarin iemand anders werd verrast door zijn/haar lichaam. Ze stellen zich op als reporter en gaan vragen voorbereiden aan de hoofdpersoon het verhaal. De deelnemers werken in tweetallen. De docent kan kiezen voor een van twee varianten voor de opdracht van het interview:
I. In het interview blijft de deelnemer zijn/haar eigen hoofdpersoon waarover ze geschreven hebben. De teamgenoot bevraagd als reporter zijn teamgenoot over de ervaring waar die teamgenoot zelf bij betrokken is geweest.
II. Bij het interview wisselen de teamgenoten van verhaal, de ervaring van teamgenoot 1 wordt het verhaal van teamgenoot 2 en omgekeerd. Degene die de reporter is interviewt degene die zich inleeft in het verhaal van degene die hem interviewt. De antwoorden worden zo meer fictie. Het perspectief verandert. De deelnemers leven zich in elkaars situatie in. Ze geven antwoord zoals ze zich het karakter uit de ervaring kunnen voorstellen.

Voorbereiden
  • Blaadjes om de interviews op te schrijven, het kan ook zijn dat ze het interview opnemen en later uitwerken. De docent kan dit bepalen afhankelijk van de prioriteiten die zij/hij wil leggen.


Huiswerk
  • De docent vraagt de deelnemers het interview dat ze hebben gedaan thuis uit te werken en vorm te geven. Het kan zijn dat de docent aangeeft dat ze het vormgeven als het interview dat ze eerder mee hebben gebracht. Dit wordt de invulling van de rechterzijde van het drieluik-antwoordblad.


Fictie (Duur ±1 week thuis en op school)

Na het wederzijds interviewen worden de nieuwe gegevens als het ware aan de eerdere eigen ervaring toegevoegd. Vanuit deze positie schrijven de deelnemers nu een nieuw verhaal. De docent geeft aan dat ze bij het herschrijven denken aan een begin (inleidende zin), een midden (handeling en interactie) en een eindzin.
De schrijftips van Arnon Grunberg kunnen hierbij een houvast bieden. Er ontstaan zo fictieve verhalen gebaseerd op de eigen ervaringen.

Voorbereiden
  • Kladblaadjes.
  • Adviseer iedere deelnemer een zwarte pen en kleuren mee te brengen.
  • De docent neemt een besluit over de indeling van de rechterzijde van het drieluik-antwoordblad. Waar gaan de deelnemers hun verhaal neerzetten. Als er ruimte te kort is kan er een extra zijde worden aangehecht.


Schrijftips van Arnon Grunberg
  1. Schrijven begint met kijken, luisteren en de herinnering aan dat kijken en luisteren.
  2. Wees niet bang voor het geschreven woord. Het is niet enger dan het spook onder je bed.
  3. Vrees jezelf niet. Je bevindt je in een vrije, veilige zone. De gedachten zijn vrij. Er wordt geen moreel oordeel over je tekst geveld.
  4. Stel jezelf even niet de vraag wat de ander van je zal denken. Jouw invloed op de gedachten van de ander is hoe dan ook beperkt.
  5. Schrijf met een lezer in je gedachten. Je schrijft voor een ander.
  6. Vrees spelfouten noch grammaticale onvolkomenheden. Dit is geen proefwerk en ook geen kruiswoordpuzzel.
  7. Falen is niet erg. Iedereen faalt.
  8. De een zal het moeilijker vinden dan de ander zijn competitieve gedrag te onderdrukken. Je mag de beste willen zijn, maar het hoeft niet.
  9. Wees kritisch maar verlam jezelf niet.
  10. Wees eerlijk. Soms moet je liegen om eerlijk te zijn.
  11. Het beste is als je bereid bent alles te verliezen.
  12. Er zijn herkansingen, misschien niet vandaag, een andere keer.